Flammkuchen komt uit de Franse Elzas en is een soort pizza die belegd is met spek en ui. In de Elzas eet je de heerlijkste traditionele flammkuchen bij de lunch of het diner. Met een glas Elzasser wijn. De Elzasser wijn is beroemd , maar daarover een andere keer meer. Het gaat nu over de flammkuchen. Ze zijn lekker, groot en voedzaam. In Nederland worden flammkuchen vaak bij de borrel geserveerd, want het is leuk en gezellig om er met z'n allen een stukje van te eten. Ze staan dan ook bij veel trendy restaurants op de borrelkaart met allerlei soorten beleg. De basis is meestal zure room of roomkaas. En het is dus echt geen pizza!

Deze flammkuchen is een gezondere variant met veel groente, want de bodem is niet gemaakt van meel, maar van bloemkoolrijst. Het recept komt van Allerhande, maar zoals gewoonlijk heb ik het weer aangepast. 

Voor 2 personen gebruik je 400 gram bloemkoolrijst (diepvries eerst laten ontdooien); roerbak het en meng dan met 50 gram geraspte kaas en een losgeklopt ei. De warme rijst wel eerst een beetje af laten koelen, anders stolt het ei. Op smaak maken met peper en er een grote platte koek van maken op een bakplaat met bakpapier. Ongeveer 20 minuten bakken op 200 graden. In de tussentijd snipper je een teentje knoflook en snijd je een rode ui in stukjes. Roer de knoflook met wat nootmuskaat door 100 gram roomkaas. Bak 75 gram (vegetarische) spekjes. Haal de flammkuchen uit de oven en verdeel de roomkaas erover en beleg met de ui en de spekjes. Bak nog 15 minuten en serveer met groene kruiden of rucola. 

Weer eens wat anders dan een pizza en op deze manier nog gezonder gemaakt door de groentebodem. En denk maar zo: 'alle beetjes groenten helpen!'